Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren

 

Artikel 1e
1
Wanneer bij een rechtbank een plaats van coördinerend vice-president, vice-president, rechter of rechter-plaatsvervanger openvalt, maakt het bestuur van de rechtbank een lijst van aanbeveling van zo mogelijk drie kandidaten op. Deze lijst wordt door tussenkomst van de Raad voor de rechtspraak aangeboden aan de regering om hierop zodanig acht te slaan als zij zal dienstig oordelen.
2
Wanneer bij een gerechtshof een plaats van coördinerend vice-president, vice-president, raadsheer of raadsheer-plaatsvervanger openvalt, maakt het bestuur van het gerechtshof een lijst van aanbeveling van zo mogelijk drie kandidaten op. Deze lijst wordt door tussenkomst van de Raad voor de rechtspraak aangeboden aan de regering om hierop zodanig acht te slaan als zij zal dienstig oordelen.
3
De gerechtsvergadering kan het bestuur adviseren inzake de lijst van aanbeveling, bedoeld in het eerste onderscheidenlijk tweede lid, voorzover het de kandidaten betreft die nog niet als rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast bij dat gerecht werkzaam zijn.
4
Wanneer bij de Hoge Raad een plaats van raadsheer openvalt, geeft de Hoge Raad daarvan kennis aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De Hoge Raad zendt bij deze kennisgeving een door de Hoge Raad, na overleg met de procureur-generaal bij de Hoge Raad, opgemaakte lijst van aanbeveling van zes kandidaten, waarop de Tweede Kamer der Staten-Generaal bij het opmaken van haar voordracht zodanig acht zal slaan als zij zal dienstig oordelen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •